De mol
De mol heeft een zwarte, fluweelachtige dichte vacht is meestal zwart van kleur maar soms kan het voorkomen dat er meerdere kleurvariaties zijn, soms tot geheel wit. De mol is tussen de 12 a 15 cm lang zonder staart, de staart is ongeveer 2 a 4 cm lang en voorzien van tastharen. Een volwassen mol leeft maximaal 3 jaar. De mol heeft een gewicht tussen de 30 a 60 gram, de kop van de mol is spitsig, uitwerpselen van de mol zijn 0,3 a 2 cm lang en ongeveer 0,2 tot 0,5 cm in doorsnee. De mol eet hoofdzakelijk regenwormen, soms eet de mol ook de larven van insecten. De drachttijd van een mol is tussen de 4 a 5 weken, per worp geeft een mol 3 a 5 jongen. Per jaar heeft een mol tussen de 1 a 3 worpen, na ongeveer 9 weken drijft de moedermol haar jongen uit haar gangenstelsels en dienen ze zelfstandig een leefgebied op te zetten.
De mol is een zoogdier in de orde van de insecteneters en brengt de grootste tijd van zijn leven onder de grond door. De mol heeft tot graafklauwen omgevormde voorpoten waar hij uitstekend mee kan graven. De mol heeft kleine, slecht ontwikkelde ogen, maar hij is niet blind. De mol komt overal voor waar de grond geschikt is om in te graven. Voorwaarden zijn dat de bodem niet te zandig, te vochtig of te stenig is en dat er voldoende regenwormen aanwezig zijn. De bodem mag daarom ook niet te zuur zijn. De mol heeft een voorkeur voor rulle, humusrijke grond met een niet te hoge grondwaterstand en permanente begroeiing. De mol komt vooral voor in loofbossen en graslanden, maar ook in tuinen, bosranden, parken en boomgaarden. De mol graaft diepe en ondiepe gangen tot wel 1 meter diep, waarvan de totale lengte 60 a 150 meter kan bedragen. De gangen worden ook wel tunnels genoemd. Bij het graven ontstaan de bekende molshopen. In bosgebieden liggen de molshopen dikwijls onder afgevallen bladeren verborgen. De mol kan uitstekend graven, de oppervlakkige gangen graaft hij met een snelheid van 12-15 meter per uur. Tijdens het graven wordt de aarde langszij naar achteren gewerkt en vervolgens naar buiten geduwd. Soms liggen de gangen zo ondiep, dat ze te zien zijn door de omhoog gewerkte grond. Deze gangen worden ‘mollenritten’ genoemd en worden vaak gemaakt door jonge mollen op zoek naar een eigen territorium of door volwassen mannetjes, in de paartijd.
Heeft u last van mollen wacht niet langer en neem contact op met de Sneeker Plaagdier Expert om te kijken wat wij voor u kunnen betekenen!!! Whatsapp mij direct!